8 oktober 2020
Lief dagboek,
Ik neem je even mee terug naar een paar weken geleden. Of misschien zelfs een paar maanden. Het was medio mei, de zon scheen lekker en ik genoot van mijn steeds bollere buik, toen mijn vader belde. Omdat hij eigenlijk de laatste jaren alleen maar had gebeld met slecht nieuws (overleden familieleden, mijn moeders hartinfarct eind 2019), wilde ik quasi-lollig vragen wie er nu weer dood was. Toch hield iets me tegen.
Een paar minuten later hing ik verslagen op. Mijn sportieve vader, die minimaal vijf keer per week in de sportschool zit en ondanks zijn respectabele leeftijd van 64 ook nog wekelijks op het voetbalveld staat, had een vernauwing in zijn kransslagader. Een paar onderzoeken later bleken dat er vijf te zijn. De stents, die ze zouden gaan plaatsen, werden vervangen door een bypass operatie. Het zou alleen nog maanden duren voor hij eindelijk aan de beurt was, maar hij zette alles op alles om zo fit mogelijk de operatie in te gaan.
Ik ben zevenendertig weken zwanger als we het verlossende telefoontje krijgen. Hij mag geopereerd worden.
‘Dit is wel een zwangerschap om nooit te vergeten,’ zucht ik hoofdschuddend tegen Ro, ‘eerst tien weken thuis met de kinderen, tijdens de lockdown. Daarna maandenlang afwachten tot hij eindelijk geopereerd mag worden en nu de spanning of alles lukt.’
Gelukkig hoeven we niet lang te wachten. Mijn moeder belt met goed nieuws en mijn vader knapt snel op. Zijn voorbereidingen lijken een goede zet. Intussen hoop ik dat de baby snel ter wereld komt. Uiteindelijk kwamen twee van haar oudere zussen ook rond deze termijn en ik ben ontzettend nieuwsgierig naar ons meisje. Toch blijft het een rare tijd. Mijn gedachten zijn veel bij mijn ouders.
De week voor de bevalling verandert er iets. Ik maak me een beetje zorgen, omdat Nova minder lijkt te bewegen dan eerst. Zou ze vast aan het indalen zijn en zich voorbereiden op de bevalling? Pas wanneer ik het hartje tijdens de controle stevig hoor kloppen, haal ik weer opgelucht adem. Zie je wel, er is niks aan de hand.
Toch duurt de opluchting niet lang. Al snel slaat er een vreemde twijfel toe die ik maar slecht kan verklaren. Rationeel beredeneer ik dat haar hartslag prima was, maar gevoelsmatig lijkt er toch iets mis. Wanneer ik woensdag een paar uur nauwelijks iets voel, slaat de paniek dan ook toe. Ze lijkt even weg te zijn. Rond 18.00 uur begint ze fanatiek te trappen, op het moment dat haar vader binnenstapt na een lange werkdag. Ik lach door mijn tranen heen: ‘Ze heeft op je gewacht. Nu al een papa’s kindje…’
Maar een halve dag later is het mis. Rond 14.00 uur vraag ik me af wanneer ik haar eigenlijk voor het laatst voelde. Ja, tijdens het ontbijt, maar daarna? Ik heb geen idee meer en de tranen branden als ik op de bank ga liggen. Terwijl ik mijn buik zachtjes streel, zing ik ons liedje voor haar. Normaal reageert ze daar altijd wel op. Dit keer blijft het stil. Te stil. Op het moment dat Ro binnenstapt, bespreek ik mijn zorgen met hem.
‘Bel de verloskundige anders?’
Ik weet best dat hij gelijk heeft, maar eerlijk gezegd durf ik niet. Ik ben zo verschrikkelijk bang dat zij straks bevestigt wat ik intuïtief al weet. Tegelijkertijd besef ik ook dat als ik nu wegloop voor de waarheid, dat niets verandert aan de situatie. Tien minuten na mijn telefoontje staat de verloskundige al voor de deur en ze vraagt me op de bank te gaan liggen.
Zodra de doptone over mijn buik glijdt, heb ik even hoop: we horen een razendsnelle hartslag, maar die blijkt van mij. Nova lijkt onvindbaar. Het verdriet draait zich als een wurgslang om mijn keel en laat me niet meer los. Ik kijk Ro aan. Waar zijn blik daarnet nog vol vertrouwen was, lees ik in zijn ogen dezelfde angst. Dit is niet goed.
Ergens op de achtergrond hoor ik de verloskundige vertellen wat de vervolgstappen zijn. We gaan naar het ziekenhuis voor een echo.
‘Er zijn twee mogelijkheden. Misschien kan ik het hartje niet vinden, maar het kan ook zijn dat het gestopt is met kloppen.’
Haar rustige stem en open benadering helpt me enigszins om me te herpakken en op de automatische piloot naast Ro in de auto te gaan zitten. Hoop dat ze nog leeft, heb ik eigenlijk niet meer. Ik doe alleen een kort schietgebedje en vraag om kracht om het verlies te kunnen dragen. Van binnen weet ik dat de echo straks zal bevestigen waar ik de hele zwangerschap al bang voor was.
Ons meisje leeft niet meer.
Volg je Oorverdovend Stil ook op Instagram? Hier vind je praktische tips, verhalen en nog veel meer.
Uitgelichte afbeelding ©Soho A Studio – Shutterstock
Een gedachte over “1 | “Tijd om te gaan slapen, doe je ogen dicht…””"